vrijdag 17 december 2010

100 dagen

Vandaag is het 100 dagen geleden dat ik mijn werkzaamheden als nieuwe gedeputeerde in Flevoland begon. Het einde van zo'n periode is tegenwoordig voor veel bestuurders aanleiding tot een moment van reflectie. Bovendien is het bijna Kerstmis, ook een tijd voor bezinning en reflectie. Met de verkiezingen voor de deur lijkt het me niet het juiste moment om van die reflectie heel veel werk te maken, maar ik wil het ook niet ongemerkt voorbij laten gaan.

Over het algemeen kijk ik terug op een prettige periode. Zowel door de medewerkers van de provincie, mijn collega-bestuurders als de andere mensen uit de polder ben ik buitengewoon hartelijk ontvangen. Dankzij professionele ondersteuning van de ambtelijke organisatie was ik in staat me snel in te werken. Mijn komst naar Flevoland voelde een beetje als een landing in een warm nest en dat was fijn.

De kennismaking met de politieke cultuur in Flevoland was wel even wennen. Misschien was dit wel het grootste verschil met de tijd toen ik in Leiden wethouder was. De politieke verschillen tussen partijen zijn hier veel kleiner. Daardoor duren zelfs de ‘lange’ vergaderingen in Flevoland naar mijn gevoel kort. Bolkenstein zei ooit dat saaie politiek een zegen voor de mensen was. Hij had gelijk, maar iets meer politiek en iets meer debat zou de Flevolandse politiek volgens mij wel ten goede komen.

Wat mij in deze provincie eigenlijk het meest is opgevallen, is de kleine schaal. Een provincie, zes gemeenten, een waterschap en krap vierhonderdduizend inwoners maakt het allemaal heel overzichtelijk. Geen groot duur provinciehuis en geen grote stadhuizen met vele honderden ambtenaren. Het is de voor deze provincie zo kenmerkende menselijke maat. Een wethouder in Flevoland heeft als dat nodig is binnen een mum van tijd een provinciebestuurder aan de telefoon en andersom is het voor ons geen probleem om een overleg met zes wethouders te beleggen om samen een koers te bespreken. Het is zo ongeveer zoals Thorbecke het bedoeld moet hebben. Die korte lijnen zijn buitengewoon waardevol en geven ons slagkracht. Wat mij betreft een goed voorbeeld voor andere provincies.

Toch zitten er ook nadelen aan die kleine schaal. Die nadelen zitten vooral in de relaties tussen de gemeenten onderling en de verhouding tussen provincie en de gemeenten. Door de kleine schaal lopen we elkaar soms voor de voeten en voeren we veel discussies over wie waarover gaat. Toch denk ik dat de gemeenten, het waterschap en de provincie in Flevoland zoveel gemeenschappelijke belangen hebben dat het zeer de moeite waard is om ons vooral samen sterk te maken van een sterkere Flevolandse samenwerking. Dat is goed voor de provincie en goed voor onze inwoners. Volgend jaar viert de provincie haar 25-jarig jubileum. Wat mij betreft een mooie aanleiding om werk te maken van die samenwerking.

De portefeuille die ik overgenomen heb van John Bos was voor mij in zekere zin een sprong in het diepe, er zaten voor mij veel nieuwe onderwerpen in. Voor mij betekende dat de afgelopen 100 dagen vooral veel inlezen, studeren en kennismaken, heel veel kennismaken. Achteraf gezien merk ik dat deze ‘mensenportefeuille’ mij sneller in zijn greep heeft gekregen dan ik voor mogelijk hield na al die jaren op de meer ‘harde’ beleidsterreinen. Met deze kennis zou ik graag na de verkiezingen een vervolg willen geven aan mijn eerste periode. Of dat ook gaat lukken is natuurlijk van veel meer afhankelijk dat mijn eigen inzet.

Tot ziens.

1 opmerking:

  1. Liefde, Warmte en Geluk! www.Lucky-birds.nl Wij zijn er voor iedereen, Rijk, Arm, Jong en Oud!

    BeantwoordenVerwijderen