zaterdag 8 augustus 2009

Regie

Het komt niet zo vaak voor dat ik reageer op een van de talrijke discussies op de site van de PvdA in Leiden. Vandaag heb ik daarop een uitzondering gemaakt. Het ging over het programma 'Regie op Maat' waarvoor ik als wethouder verantwoordelijkheid draag. Om precies te zijn ging het over de verzelfstandiging van de gemeentelijke afdeling Stedelijk Beheer. De intergrale tekst van mijn reactie treft u hieronder aan.

Met stijgende verbazing heb ik kennis genomen van de stortvloed aan reacties op deze site met betrekking tot het voornemen van het college om de afdeling Stedelijk Beheer om te vormen in een NV Beheer Openbare Ruimte. Wat ik mis in die reacties is het belang van de inwoners van de stad, terwijl dat toch de mensen zijn waarvoor ik als wethouder aan het werk ben. Als lid van het college zet ik niet snel de stap om op dergelijke discussies te reageren, zeker omdat besluitvorming over dit onderwerp nog niet is afgerond. Gezien de richting waarin deze discussie nu opgaat, lijkt het mij echter ook niet langer verantwoord om niet te reageren. Als PvdA wethouder neem ik daarom de vrijheid tot de volgende reactie op de site van mijn eigen partij. Daarbij zal ik niet ingaan op alle vermoedens, speculaties en zogenaamde feitelijkheden zoals ze in ruime mate in de reacties voorkomen. Daarvoor zijn ze veel te talrijk of de moeite van het reageren niet waard. Ook zal ik niet ingaan op suggesties als zou ik als wethouder in het zadel gehouden moeten worden. Zij die mij kennen weten dat ik allang zelf mijn conclusies zou hebben getrokken als dat zo was. Zij die de betreffende uitlatingen doen beroepen zich vooral op beeldvorming en niet op feiten. Over deze zaken leg ik graag op een ander moment verantwoording af, zij het voor de gemeenteraad, zij het voor de ledenvergadering van de PvdA. Ik zal me in deze reactie dus beperken.

Eerst maar eens even de feiten op een rijtje. In tegenstelling tot wat geschreven wordt, is er bij het voornemen van het college geen sprake van privatisering in die zin dat we nu alles naar de vrije markt gaan brengen. De voorgestelde NV is immers een overheids NV waarbij de rol van aandeelhouder komt te liggen bij de colleges van de deelnemende gemeenten. Deze aandeelhouders zijn daardoor altijd verantwoording verschuldigd aan de democratisch gekozen gemeenteraden. Elke suggestie dat wij ons (en onze mensen) overleveren aan de markt is dus echt onzin. De omvorming tot een overheids NV is een stap die vele gemeenten in Nederland voor ons succesvol hebben gezet.

Door deze werkzaamheden onder te brengen in een overheids NV ontstaat de mogelijkheid om dit werk samen met een aantal buurgemeenten zoals Leiderdorp, Zoeterwoude en Oegstgeest te organiseren. Doen we dit niet dan is de kans groot dat de betreffende gemeenten voor hun werk de komende jaren de overstap naar de markt zullen moeten maken, dus wel echt privatiseren. Veel andere gemeenten uit de regio hebben deze stap de afgelopen jaren immers al gezet. Bovendien zal de schaal waarop Leiden de werkzaamheden uitvoert dan definitief beperkt worden tot het grondgebied van de eigen stad. Gezien de ontwikkelingen in den lande is deze omvang volstrekt onvoldoende om uitvoering in eigen beheer op termijn betaalbaar te houden. Als we nu geen stappen zetten is echte privatisering in de toekomst onvermijdelijk waarbij we, veel meer dan nu, afhankelijk zullen worden van de markt. Bovendien is het voor Leiden in meerdere opzichten van strategisch belang om de samenwerking met de buurgemeenten te zoeken. Doen we dat niet dan zullen nieuwe samenwerkingsvormen rondom de stad ontstaan die vooral tegen de belangen van Leiden werken. Voorbeelden daarvan hebben we in het verleden ook gezien. De samenwerking in de NV Beheer Openbare Ruimte is dus ook van groot strategisch belang.

Voor Leidse ambtenaren die overgaan naar de nieuw te vormen NV worden met betrekking tot arbeidsvoorwaarden afspraken gemaakt tussen de gemeente Leiden en de vakbonden. Het college is bereid garanties af te geven dat de rechten van het huidige personeel gerespecteerd worden tot hun pensioendatum en zelfs daarna. Tijdens verschillende bijeenkomsten met de medewerkers heb ik daarom gezegd dat de verzelfstandiging niet over de ruggen van het zittende personeel zal gaan. Daar blijf ik bij. Uiteindelijk is het aan de bonden om te beoordelen of we dat ook waarmaken. Tot nu toe verliepen de onderhandeling over deze arbeidsvoorwaarden ook in de ogen van diezelfde bonden positief. De aanzienlijke financiĆ«le voordelen van de NV vorming zitten vooral op lange termijn doordat nieuw aan te nemen personeel onder een nieuwe en goedkopere cao komen te werken. Dat is overigens nog steeds een hele fatsoenlijke cao die ook voor de reinigingsdiensten in veel andere steden van toepassing is en daar ook door de grote bonden van overheidspersoneel akkoord is bevonden. Uit contacten met de betreffende medewerkers weet ik dat vooral het feit dat men de ambtelijke status kwijt raakt, heel gevoelig ligt. Ik begrijp dit, de medewerkers ontlenen aan deze status immers het een gevoel van veiligheid, geborgenheid en rechtszekerheid en dat is belangrijk voor ze. Echter ook zonder de NV-vorming worden de risico’s op termijn alleen maar groter.

Een lager kostenniveau is op termijn van belang om ervoor te zorgen dat de inwoners van Leiden niet veel meer betalen voor dezelfde diensten als inwoners van vergelijkbare steden in Nederland. Op dit moment zitten we qua kostenniveau in vergelijking tot de rest van Nederland al in de top. Zo is de inconveniƫntenregeling voor de Leidse ambtenaren zelfs de duurste van Nederland. Ik gun dat onze mensen best en blijkbaar hebben ze in het verleden slim onderhandeld met het gemeentebestuur. Daarom pakken we ook deze regeling niet van de huidige medewerkers af, maar we moeten wel maatregelen nemen om hier voor de toekomst verandering in te brengen.

Bij de gemeente Leiden werken momenteel ongeveer 1700 medewerkers. Uitgedrukt in het aantal ambtenaren per 1000 inwoners vervullen we in Nederland een koppositie. Het feit dat veel uitvoerende diensten in Leiden in eigen beheer uitgevoerd worden, maakt de organisatie buitengewoon log en complex. In de dagelijkse praktijk is de druk van de uitvoeringstaken op de politieke agenda zo groot dat er onvoldoende tijd en aandacht is voor de grote vraagstukken met betrekking tot de toekomstige ontwikkeling van de stad. Daarnaast is er binnen de Leidse bestuurscultuur grote politieke betrokkenheid bij dergelijke uitvoeringstaken waardoor er van sturen op hoofdlijnen niet altijd sprake is. Wat de gevolgen zijn van politieke aansturing van uitvoeringsdiensten moge duidelijk zijn uit de voorbeelden die iemand als ‘Dessert Eagle’ beschrijft in zijn brief van 19 juli, maar zoals zijn verhaal heb ik er de afgelopen periode veel meer gehoord en ook van niet anonieme bronnen. Die verhalen geven allemaal aan dat door een groot aantal achtereenvolgende bestuurders politieke beslissingen zijn genomen die vanuit een logische bedrijfsvoering niet altijd begrijpelijk zijn. Het gevolg is dat onze inwoners duurder uit zijn voor minder kwaliteit. Naar mijn mening hebben ook de medewerkers van deze dienst recht op een directeur die niet voor elke beslissing afhankelijk is van de grilligheid van de politiek, maar die over voldoende bevoegdheden beschikt om de noodzakelijke beslissingen tijdig te kunnen nemen.

Met het oog op de komende verkiezingen maken de politieke partijen momenteel allemaal hun nieuwe programma’s met daarin hun plannen voor de stad. Partijen verschillen daarbij over de koers die het toekomstig gemeentebestuur zou moeten varen. De partijen die na de verkiezingen de meerderheid van de stemmen krijgen, hebben daarbij ook de verantwoordelijkheid om hun denkbeelden snel om te zetten in nieuw beleid voor de stad. Daar hebben de kiezers recht op. Daarbij is een slagvaardige en daadkrachtige gemeentelijke organisatie van groot belang. De huidige complexe organisatiestructuur van de gemeente Leiden maakt het bijna onmogelijk om binnen een acceptabele termijn te komen tot een daadkrachtige uitvoering van nieuw door de raad vastgesteld beleid. Daarmee komt volgens mij een belangrijk democratisch principe in gevaar. Ik heb de afgelopen 3 jaar zelf mogen ervaren hoe lastig het is om uitvoering te geven aan nieuw beleid van de gemeenteraad. Het huidige (en vorige) college werkt daarom met kracht aan een programma ‘Regie op Maat’ dat tot doel heeft om tot een flexibele en daadkrachtige organisatie te komen. Daar zullen we binnen deze collegeperiode de vruchten niet meer van plukken, maar het zal de toekomstige bestuurder de mogelijkheid geven om veel beter dan nu in te spelen op de complexe vraagstukken waar de gemeente mee te maken krijgt. De NV Beheer Openbare Ruimte is een belangrijk project van het ‘Regie op Maat’ programma. Het is van groot belang dat we hiermee doorgaan, maar zoals ik eerder schreef, niet over de ruggen van de zittende medewerkers. Daar sta ik voor.

Marc Witteman

Geen opmerkingen:

Een reactie posten