dinsdag 10 maart 2009

Verantwoording (3)

Op 27 april 2007 schreef ik met betrekking tot de Stadsgehoorzaal op mijn weblog: 'De uitbreiding en renovatie van de Stadsgehoorzaal blijft me een beetje achtervolgen.' Achteraf gezien was dat toen wat je noemt het 'understatement van het jaar'. We zijn nu bijna 2 jaar verder en vanavond vergaderde de Leidse gemeenteraad opnieuw over dit onderwerp. Deze keer stond een interpellatiedebat op de agenda over de ontstane problemen als gevolg van de slechte financiƫle situatie van de aannemer. De SP, D66 en de ChristenUnie hadden dit debat aangevraagd om te spreken over de rol die ik in 2007 heb gespeeld met betrekking tot de aanbesteding van dit project. Centraal in dit debat stond de vraag of het terecht was dat ik destijds bepaalde risico's niet aan de gemeenteraad heb gemeld.

Eerlijk is eerlijk: het was een van de moeilijkste raadsvergaderingen die ik tot nu toe meegemaakt heb. De centrale vraag was waarom ik in 2007 bepaalde risico’s niet had onderkend toen ik nieuwe afspraken maakte met de aannemer. Afspraken die nodig waren om te voorkomen dat het project zou stranden op basis van het feit dat er onderhandeld moest worden met de aannemer over bezuinigingen op de bouw. Noch ikzelf, nog mijn adviseurs, noch externe onderzoekers hebben toen of later de nieuwe afspraken met de aannemer als een risico bestempeld. Een van de uitgangspunten was daarbij dat het buitengewoon onwaarschijnlijk was dat de aannemer failliet zou gaan.

Met de huidige kredietcrisis is de situatie volstrekt anders. Tegenwoordig vinden we het bijna vanzelfsprekend dat bouwbedrijven om kunnen vallen. Met die kennis van nu kan ik tot de conclusie komen dat ik in 2007 inderdaad grote risico's heb genomen. Vanavond heb ik de raad laten weten dat ik daar op dit moment spijt van heb. Dat staat overigens los van het feit dat de vernieuwde Stadsgehoorzaal nu bijna klaar is en dat collega Pieter van Woensel de vinger nauwkeurig aan de pols houdt om te zorgen dat ook het laatste stukje gerealiseerd wordt. Voor mijzelf geldt dat ik moet constateren dat mijn drive om dit project binnen de gestelde kaders te realiseren groter is geweest dan de zorgvuldigheid waarmee ik de risico-inschattingen heb gemaakt.

Wat mij het meeste gestoord heeft zijn de onterechte verwijten dat ik willens en wetens zaken verzwegen heb. Dat is niet zo, kan ik u verzekeren. Sterker nog: een risico dat je niet als risico inschat kun je niet verzwijgen, simpel en alleen al door het feit dat je het niet als een risico onderkent.

Een motie van de coalitie waarin afkeuring werd uitgesproken voor de door mij genomen besluiten werd aangenomen, een motie van wantrouwen niet. Gelukkig niet, want ik heb nog werk te doen in de stad.

Wilt u graag het hele debat nog eens beluisteren, dan kan dat via www.sleutelstad.nl/raadsvergadering.

Tot ziens.

3 opmerkingen:

  1. Dat u als (betrekkelijke) leek het niet als een risico heeft gezien, is waarschijnlijk idd niet verwijtbaar, maar uw adviseurs had u beter moeten kiezen, resp. zij hadden u beter moeten adviseren. Niet voor niets staan er uitgebreide stukken in standaardbestekken over in te houden betalingen resp. het laten geven van bankgaranties. Vooruit betalen is in de bouw een garantie voor narigheid: probeer maar eens je (onder)aannemer weer naar het werk te krijgen als hij eenmaal weg is en al betaald heeft gekregen. Iedereen met een beetje ervaring met aanbesteding, uitvoering en oplevering kan u zo een aantal gruwelverhalen opdissen op die terreinen.

    Ik zou zeggen: zondig niet meer, maar daar heeft u weinig aan. Maar is het niet mogelijk om dit soort ervaringen in het collectieve geheugen van de gemeente die met dit soort zaken van doen heeft, te prenten? Dan kunnen we de (nu nog virtuele) strop afschrijven als leergeld.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Collectief geheugen, daar zegt u wat, mijnheer Simonis. Het schort daaraan, zowel in de gemeenteraad als bij het ambtelijk apparaat, dit laatste o.a. met dank aan de reorganisaties. Uit het rapport van de cie. grote projecten blijkt ook dat de dossieroverdracht slecht verloopt. Op een veel lager niveau gaat het ook vaak verkeerd. Dat is zorgwekkend. Je zou als buitenstaander zeggen dat het niet zo moeilijk is om daarvoor precedures te implementeren, maar de praktijk is kennelijk weerbarstig.
    Ik ben voor een beperkt aantal politieke ambtenaren, zodat een bestuurder mensen in zijn bureau heeft die namens hem "op jacht" gaan en ervoor zorgen dat hij weet wat hij moet weten om niet in de problemen te komen. Vertrekt de bestuurder, dan vertrekken zij ook weer.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hoewel Dhr. A.Simonis, mijns inziens, terechte kritiek heeft op wethouder dhr. M.Witteman getuigt zijn reactie hierboven wel van het juiste inzicht, maar dan vooraf, en ook van inlevingsvermogen in de positie van de wethouder.

    Dit in scherpe tegenstelling tot de reacties van de inmiddels beruchte "veelplegers" die als een politicus een (inschattings)fout maakt er als de kippen bij zijn om achteraf dat te niet alleen te bekritiseren maar ook te
    veroordelen en vinden dat die politicus dan maar zijn verantwoordelijkheid moet nemen en moet aftreden.
    En dat terwijl sommigen van hen nu juist zelf geen enkele terechte kritiek kunnen verdragen.
    (Wie zonder zonde is werpe de eerste steen)
    Sommigen proberen zelfs de witte man zo zwart mogelijk af te schilderen.

    Dhr. A.Simonis geeft de wethouder nog een kans. Maar ook geeft hij tenminste redenen aan waarom hij vooraf de risico's toch anders zou hebben ingeschat en anders gehandeld zou hebben dan de wethouder gedaan heeft.

    Wellicht kan de wethouder zich voortaan beter laten adviseren door dhr. A.Simonis.

    BeantwoordenVerwijderen