woensdag 16 mei 2007

Cultuur

Eind april schreef ik over alle problemen waar ik als wethouder mee te maken kreeg bij het Stadsgehoorzaalproject. De brief waarin ik toen de gemeenteraad op de hoogte stelde van de zoveelste nieuwe tegenvaller was nog niet de deur uit of ik kreeg de volgende mededeling over weer een nieuw en buitengewoon vervelend probleem. Die mededeling was het begin van een intensieve discussie met het college dat afgelopen nacht een verlopig einde kreeg in een spannend debat met de gemeenteraad.

Ons college kampt de laatste maanden met enige regelmaat met problemen bij de uitvoering van allerlei grote projecten. Daarbij ging het bijna altijd over overschrijding van budgetten, het uitlopen van planningen en een slechte informatievoorziening. In het begin leken het allemaal ongelukkige incidenten, maar naarmate de problemen zich vaker voor gingen doen, werd voor ons duidelijk dat we de oorzaak ergens anders moesten zoeken. Mede aan de hand van de problemen met de Stadsgehoorzaal hebben we de afgelopen tijd een grondige analyse kunnen maken van de oorzaak achter veel problemen.

Gisterenavond heb ik onze visie op de problemen aan de gemeenteraad uit de doeken gedaan. Ik zal op deze plaats niet mijn hele toespraak herhalen, u kunt de tekst ook nalezen op de internetsite van de PvdA-fractie. Kern van mijn betoog was dat wij in Leiden te maken hebben met een bestuurscultuur waarin realiseren van grote ambities zo belangrijk was, dat de financiele haalbaarheid van alle plannen pas op de tweede plaats kwam. Om nieuwe projecten te kunnen starten werden plannen daardoor vaak veel te rooskleuring voorgesteld.

Gisterenavond mocht ik namens het college het eind van die cultuur aankondigen. In een lang betoog heb ik uiteengezet op grond van welke analyse we tot onze conclusies zijn gekomen en welke oplossingen wij voorstellen om het voor de toekomst veel beter te gaan doen. Veel leden van de gemeenteraad, zowel vanuit coalitie- als oppositiefracties, lieten me na afloop weten zichzelf goed te herkennen in de geschetste problemen. Dat is mooi, want daarmee krijgt het college een stevige basis om aan oplossingen te gaan werken.

Aan het eind van het debat heeft de gemeenteraad een motie aangenomen waarin ze het voornemen uitspreekt om een onderzoek te doen naar de mogelijkheid om een raadsenquete te houden. Deze motie kwam van m'n eigen PvdA fractie, maar ondanks dat begrijp ik deze stap nog steeds niet helemaal. Wanneer een college alle problemen zo open op tafel legt en voorziet van een naar mijn mening heldere analyse en conclusies, als datzelfde college bovendien een groot aantal maatregelen aankondigt om deze problemen op te lossen, en als tenslotte een groot deel van de raad zich kan herkennen in onze visie, waarom heb je dan nog een uitgebreid onderzoek nodig. Ik denk dat we nu weten wat we moeten weten en dat we nu gewoon aan het werk moeten gaan. Ik houd u op de hoogte.

Tot ziens.

1 opmerking: